ABO
kwalificatiefase
De alternerende beroepsopleiding (ABO) in OV3 wordt georganiseerd nadat de leerling het 5de jaar BuSO beëindigd heeft. Deze ABO-opleiding bestaat uit 2 onderdelen:
- vorming op school (2 dagen)
- werkervaring in het bedrijf (3 dagen van 8u op de werkvloer)
Het belangrijkste doel van het ABO-jaar is de leerling extra voorbereidingstijd en ervaring op de werkvloer te bieden alvorens definitief aan het werk te gaan. De ABO-leerlingen krijgen zowel op hun stageplaats als op school ondersteuning.
Doorheen de jaren is gebleken dat 75% van de jongeren die een ABO-jaar volgen tewerkgesteld worden op hun stageplaats of uiteindelijk nog voor een extra vervolgopleiding kiezen.
De betrokken personen tijdens de alternerende beroepsopleiding zijn
- De ABO-leerling die de alternerende beroepsopleiding volgt:
- wordt door het departement onderwijs beschouwd als voltijdse regelmatige leerling;
- is ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB maar met een vrijstelling van beroepsinschakelingstijd;
- volgt een aanvullende opleiding om de tewerkstellingskansen op de gewone arbeidsmarkt te verhogen;
- heeft tijdens de opleiding een vrijstelling van beroepsinschakelingstijd voor de RVA (betekent ook dat hij niet opgeroepen wordt en moet niet voldoen aan de sollicitatieverplichtingen);
- doorloopt tijdens het ABO-jaar zijn beroepsinschakelingstijd voor de RVA;
- behoudt tijdens de beroepsinschakelingstijd het recht op kinderbijslag;
- heeft na het verlopen van de beroepsinschakelingstijd het recht op een beroepsinschakelingsuitkering.
- De trajectbegeleider is een personeelslid van de school en begeleidt en evalueert de ABO-leerling.
- De mentor is het personeelslid van het bedrijf en die begeleidt en evalueert de ABO-leerling.
Organisatie van de alternerende beroepsopleiding
De alternerende beroepsopleiding bestaat per schooljaar uit:
- minimum 114 dagdelen op school
- minimum 175 dagdelen op de werkvloer
Als de ABO-leerling niet werkt, is hij/zij voltijds aanwezig op school.
Getuigschriften en attesten
Op het einde van deze opleiding maken zij kans op:
- getuigschrift van alternerende beroepsopleiding voor de ABO-leerling die met vrucht de alternerende beroepsopleiding doorlopen heeft.
- attest van regelmatig lesbijwoning voor de ABO-leerling die de opleiding vroegtijdig beëindigd heeft.
Wanneer de leerling het ABO-jaar succesvol doorloopt en een getuigschrift alternerende beroepsopleiding behaald, heeft hij recht op een premie van 500 euro. Deze premie wordt uitgereikt door ESF.
Het bedrijf (of werkervaringsbedrijf)
Bij de keuze van een bedrijf is de mogelijkheid tot een blijvende tewerkstelling van het grootste belang. Na het beëindigen van de ABO-opleiding is het de bedoeling dat de ABO-leerling in zijn stagebedrijf een vaste job krijgt.
Dit bedrijf moet tenminste 1 werknemer tewerkstellen en daarvoor RSZ betalen. De werkervaring kan NIET georganiseerd worden in het bedrijf van de ouders. Het mag bovendien geen beschermde werkplaats of een dagcentrum zijn.
Het bedrijf waar een ABO-leerling tewerkgesteld wordt, dient geen vergoeding of loon te betalen aan de ABO-leerling.
Materiële schade, schade aan de gebouwen of schade die ontstaan omwille van omgevingsfactoren, vallen onder de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid van het stagebedrijf.
Ongevallen van en naar de werkplaats of arbeidsongevallen zijn volledig ten laste van de verzekering van de school.
Van de werkgever wordt verwacht dat hij een begeleider aanstelt die de ABO-leerling ondersteunt en opvolgt. Hiervoor wordt er een alterneringsplan opgesteld. Dit plan bestaat uit:
- de beginsituatie van de ABO-leerling bij aanvang van de stage;
- een aantal competenties waaraan gewerkt wordt.
Zeer belangrijk is de nauwkeurige aanwezigheidsregistratie.
- De leerlingen vullen dagelijks een werktijdenformulier én agenda in. Wekelijks ondertekent de stagementor deze documenten.
- De definitieve documenten worden door de leerling op computer gemaakt en bezorgd aan de mentor. Elke maand dient de begeleider deze formulieren te ondertekenen.
Minstens 3 maal per jaar brengt de praktijkleerkracht en/of de GASV-leerkracht een stagebezoek om de vorderingen van de ABO-leerling te bespreken. De werkgever kan ook altijd de school bereiken om meer informatie of om meer steun te vragen.
Praktijk
Tijdens 2 dagen op school krijgt de ABO-leerling gedurende 11 uur ondersteuning op beroepsgebied. Taken die op de werkvloer moeilijk lopen, worden extra ingeoefend in de praktijklessen.
Ook nieuwe technieken en machines die nodig zijn op de werkvloer, kunnen aangeleerd worden.
GASV
De leerlingen volgen 3 lesuren per week GASV: in deze lessen wordt computerwerk geïntegreerd in de algemene vakken. Deze leerlingen worden praktisch opgeleid om zelfstandig te leven na hun schoolse opleiding. Handige thema’s zoals administratie verwerken, wonen, huren, openbare diensten, solliciteren, budgetteren, rijbewijs, … worden besproken.
Bovendien organiseren de leerlingen zelf alle buitenschoolse activiteiten én een 5-daagse uitstap. Zowel het budget, het vervoer, menu, aankopen en alle praktische afspraken en aanvragen beheren ze zelf.
Contactgegevens
Juf Caroline is de ABO-coördinator voor onze school. Bij haar kan je terecht voor alle informatie over deze alternerende beroepsopleiding (015 24 07 24 – keuze 2).

Ontdek hier je studie-indeling
Algemene en sociale vorming (ASV) | |
---|---|
Geïntegreerde algemene en sociale vorming (GASV) | 3 |
Beroepsgerichte vorming (BGV) | |
---|---|
Beroepsgerichte technieken | 11 |
Werkplek leren | 24 |
Totaal | 38 |
---|



